Begin november was ik samen met een zestigtal reisgenoten,
waaronder experts als Niesco Dubbelboer, Femke Halsema en Kirsten Verdel, in
Washington voor een Masterclass in American Politics.
Het is bijzonder om te zien dat de verkiezingen in Amerika veel
intenser beleefd worden. Nadat de uitslag bekend was, braken spontaan feesten
uit op straat en in cafés. Bij een stoplicht kreeg ik zomaar een knuffel van
een mevrouw die zielsgelukkig was. Twee meisjes stonden te huilen van vreugde.
Een donkere man feliciteerde op straat iedereen die hij tegenkwam met de
overwinning en een zwerver bij de 7-Eleven deed een dansje voor Femke Halsema. Het
schijnt zelfs dat Jan Peter Balkenende “We Are The Champions” stond te zingen
bij het Witte Huis. Kortom: gekkenhuis.
Hoe komt dit? Hoe krijgt men het daar voor elkaar om mensen
zo te beroeren rondom verkiezingen? En kunnen wij dat misschien ook wat meer
voor elkaar krijgen? Om hierop antwoord te geven is het van belang eerst een
paar verschillen tussen de verkiezingen daar en bij ons te benadrukken.
De VS heeft namelijk een totaal ander electoraal systeem dan
wij. Men kiest op alle niveaus vooral mensen in plaats van partijen. Landelijk
dus of Romney of Obama. Een van beiden wint en dus win of verlies jij als
kiezer ook. Heel anders dan in ons meerpartijenstelsel. Als je hier enthousiast
je partij naar een overwinning hebt geholpen volgt direct de kater; je moet
altijd compromissen sluiten met anderen om tot een coalitie te komen. Dit maakt
het moeilijker om de kiezer te enthousiast te krijgen en te houden.
Dat wetende, kunnen we nog iets leren van de campagnes in de
VS?
Jazeker. Zo is duidelijk dat negatief campagnevoeren, waar 74%
van Obama’s campagnemiddelen voor ingezet werd, werkt. In Nederland hebben we
rondom de Bos-Balkenende-verkiezingen van 2006 met “u draait en u bent niet
eerlijk” gezien hoe dat de beeldvorming kan beïnvloeden. Helaas hebben we ook
gezien dat dit leidde tot een bijzonder ongezellig kabinet, dus waarschijnlijk
willen wij deze les niet toepassen. Wel zouden we meer onderzoek kunnen doen
naar eerder stemgedrag van tegenstanders en hen daar inhoudelijk wat meer mee
confronteren om op inconsistenties te wijzen.
Wat verder opviel is het enthousiasme van het gehele
campagneteam. Kirsten Verdel legde ons uit dat een van de methodes om dit te
bereiken is om mensen te laten kiezen wat ze willen doen voor de campagne en
hen daar dan ook verantwoordelijkheid in te geven. Als jij je meldt om mee te
doen, krijg je niet automatisch folders in de hand geduwd om te flyeren, maar
word je gevraagd wat je leuk vindt om te doen. Zo kun een bijeenkomst
organiseren, zwevende kiezers opbellen, mensen naar het stembureau brengen, etc.
Als je dan je keuze gemaakt hebt, word je daarbij geholpen en krijg je ook echt
de verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld: hier heb je 20 telefoonnummers van
zwevende kiezers voor jou om te bellen. Als jij het niet doet, doet niemand het;
het is echt jouw taak. Jouw steentje om bij te dragen. Door mensen zelf te
laten kiezen wat ze willen doen en daarmee passend bij te laten dragen, weten
ze veel meer mensen actief te krijgen. Stukje maatwerk dus.
Was dat het? Nee, we kunnen nog veel meer leren, van
microtargeting tot “rapid response bulletins” na fact checking, van
fondsenwerving tot canvassen en belteams, en nog veel meer. Daarover praat ik graag
een keer met u verder. Tenslotte nog de belangrijkste les van allemaal: Kies je
boodschap en houd je daaraan. Simpel maar waar.
Martijn de Kort, November 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten