dinsdag 20 november 2012

Kunnen wij nog wat leren van verkiezingscampagnes in Amerika?



Begin november was ik samen met een zestigtal reisgenoten, waaronder experts als Niesco Dubbelboer, Femke Halsema en Kirsten Verdel, in Washington voor een Masterclass in American Politics. 

Het is bijzonder om te zien dat de verkiezingen in Amerika veel intenser beleefd worden. Nadat de uitslag bekend was, braken spontaan feesten uit op straat en in cafés. Bij een stoplicht kreeg ik zomaar een knuffel van een mevrouw die zielsgelukkig was. Twee meisjes stonden te huilen van vreugde. Een donkere man feliciteerde op straat iedereen die hij tegenkwam met de overwinning en een zwerver bij de 7-Eleven deed een dansje voor Femke Halsema. Het schijnt zelfs dat Jan Peter Balkenende “We Are The Champions” stond te zingen bij het Witte Huis. Kortom: gekkenhuis.

Hoe komt dit? Hoe krijgt men het daar voor elkaar om mensen zo te beroeren rondom verkiezingen? En kunnen wij dat misschien ook wat meer voor elkaar krijgen? Om hierop antwoord te geven is het van belang eerst een paar verschillen tussen de verkiezingen daar en bij ons te benadrukken. 

De VS heeft namelijk een totaal ander electoraal systeem dan wij. Men kiest op alle niveaus vooral mensen in plaats van partijen. Landelijk dus of Romney of Obama. Een van beiden wint en dus win of verlies jij als kiezer ook. Heel anders dan in ons meerpartijenstelsel. Als je hier enthousiast je partij naar een overwinning hebt geholpen volgt direct de kater; je moet altijd compromissen sluiten met anderen om tot een coalitie te komen. Dit maakt het moeilijker om de kiezer te enthousiast te krijgen en te houden. 
 
Dat wetende, kunnen we nog iets leren van de campagnes in de VS? 

Jazeker. Zo is duidelijk dat negatief campagnevoeren, waar 74% van Obama’s campagnemiddelen voor ingezet werd, werkt. In Nederland hebben we rondom de Bos-Balkenende-verkiezingen van 2006 met “u draait en u bent niet eerlijk” gezien hoe dat de beeldvorming kan beïnvloeden. Helaas hebben we ook gezien dat dit leidde tot een bijzonder ongezellig kabinet, dus waarschijnlijk willen wij deze les niet toepassen. Wel zouden we meer onderzoek kunnen doen naar eerder stemgedrag van tegenstanders en hen daar inhoudelijk wat meer mee confronteren om op inconsistenties te wijzen.  

Wat verder opviel is het enthousiasme van het gehele campagneteam. Kirsten Verdel legde ons uit dat een van de methodes om dit te bereiken is om mensen te laten kiezen wat ze willen doen voor de campagne en hen daar dan ook verantwoordelijkheid in te geven. Als jij je meldt om mee te doen, krijg je niet automatisch folders in de hand geduwd om te flyeren, maar word je gevraagd wat je leuk vindt om te doen. Zo kun een bijeenkomst organiseren, zwevende kiezers opbellen, mensen naar het stembureau brengen, etc. Als je dan je keuze gemaakt hebt, word je daarbij geholpen en krijg je ook echt de verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld: hier heb je 20 telefoonnummers van zwevende kiezers voor jou om te bellen. Als jij het niet doet, doet niemand het; het is echt jouw taak. Jouw steentje om bij te dragen. Door mensen zelf te laten kiezen wat ze willen doen en daarmee passend bij te laten dragen, weten ze veel meer mensen actief te krijgen. Stukje maatwerk dus.

Was dat het? Nee, we kunnen nog veel meer leren, van microtargeting tot “rapid response bulletins” na fact checking, van fondsenwerving tot canvassen en belteams, en nog veel meer. Daarover praat ik graag een keer met u verder. Tenslotte nog de belangrijkste les van allemaal: Kies je boodschap en houd je daaraan. Simpel maar waar.

Martijn de Kort, November 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten